Bemesting

Veel mensen zien de keus van grond en bemesting als een donkere leemte in hun kennis en niet weinigen laten zich van alles wijsmaken over de enige goede wondermest. Termen als “microklimaat” en “biologisch evenwicht” strooien nog wat extra magie in deze put van onwetendheid. Ik vind dit gevoel wel logisch, zelf leer ik nog regelmatig nieuwe dingen over mest en er zijn misschien wel een paar honderd verschillende soorten te onderscheiden.
» Heeft mijn tuin goede grond?
Ik zal een poging doen om de materie behapbaar te maken. Ingenieurs onder jullie: je zal het niet compleet genoeg vinden, maar het is een begin… Een eerste gegeven (straks behandel ik potten en verhoogde bakken) is de grond, die in je tuin aanwezig is. Deze kan als basis gunstig zijn voor plantengroei mits er een goede mix is tussen vochthoudend vermogen, fijnheid van materiaal en luchtigheid. De wortels van een plant moet voldoende worden omsloten om vocht op te nemen en stevigheid aan de plant te geven zonder dat er rotting gaat optreden door zuurstofgebrek. Deze uitleg gaat overigens uit van teelt zonder kunstmest, hoewel dit een minder ernstig chemisch goedje is dan vele geloven, maar dat is een ander verhaal. Die bestaande grond gaan we verwennen met organische stof om blijvend te zorgen voor die combinatie van “VFL” (vochthoudend vermogen, fijnheid en luchtigheid) maar ook om nuttige schimmels, bacteriën en bodeminsecten te voeden. In zo’n klimaat voelt de plant zich optimaal en gaat samenwerking aan met de omgeving. Die organische stof kan van alles zijn: compost (plantaardig), guano (vogelpoep), poep van planteneters (koemest, paardenmest e.d.), zwamaarde (restproduct van paddenstoelenteelt) en het dier zelf, de zogenaamde destructiemest bestaande uit bloedmeel, beendermeel, ledermeel, hoornmeel etc. Een combinatie van deze mesten is optimaal, waarbij compost niet snel teveel gegeven kan worden. Deze organische mesten geven aan de plant ook direct de mineralen die ze nodig heeft: stikstof, fosfor, kali, magnesium (N, P, K en Mg) en sporenelementen (mineralen die de plant in kleine hoeveelheden nodig heeft). Fijn gedolven gesteenten zoals basaltmeel geven de bodem en dus de plant extra sporenelementen.
» Het pH-verhaal
De zuurgraad van de bodem is belangrijk voor een optimale groei. Vaak denken mensen, dat hun grond zuur is en baseren dat op gevoel, ik zou dit altijd even meten. Neutrale grond met een pH tussen 6-7 is het meest ideaal voor bodemleven en groententeelt. Uiteraard moet je niets aan je zuurgraad doen als je een natuurtuin hebt. Je past dan de groeiende gewassen aan de heersende zuurgraad aan. De methode om de zuurgraad te beïnvloeden (van zuur naar neutraal, dus van een lage naar een hogere pH) is het strooien van kalk (Ca, niet te verwarren met kali = K). Kalk zorgt voor een betere opname van de belangrijkste bouwstoffen van de plant, teveel kalk is vooral voor aardappels niet gunstig (schurftgevaar), dus: alles met mate! Omdat bouwstoffen beter worden opgenomen, zal voldoende mest moeten worden gegeven, vandaar het oude tuindersgezegde: “kalk maakt rijke ouders en arme kinderen.” Gebruik altijd organische kalk, deze tast de levende organismen in de grond niet aan. Over die organismen gesproken: zure grond verjaagt regenwormen en duizendpoten en geeft een (te) hoog gehalte aan bodemschimmels terwijl (nuttige) bacteriën niet genoeg groeien. Jaarlijks bekalken is dus zeer nuttig!

» Minder of niet spitten
Dan de discussie: spitten of niet, oftewel hoe gaan we om met grondbewerking? Hier is en wordt veel onderzoek naar gedaan en veel van de uitkomsten pleiten voor minder intensieve grondbewerking. De organische stof, die in de bovenlaag hoort, geeft het beste mineralen door aan de plant. Bij onderspitten ben je die telkens weer kwijt. Die toplaag bevat ook een veilige woning voor nuttig bodemleven, dat zorgt voor gangenstelsels en een rustige vertering van organisch materiaal. Het werken met bijvoorbeeld woelvorken is een goed alternatief van spitten (in vaktermen spreken we van “kerende” en “niet kerende” grondbewerking. Het bodemleven zal enorm toenemen bij NKG = niet kerende grondbewerking). Voeg daar nog aan toe het bedekken van de grond met plantafval (gemaaid gras of andere mulch) en je krijgt een mooi en gezond bodemklimaat. Spitten zorgt voor minder regenwormen en andere nuttige bodemdiertjes, spitten doorbreekt nuttige, draadachtige schimmels, waardoor er minder evenwicht is tussen schimmels en bacteriën, spitten (zonder mulchen) zorgt voor een hardere bovenlaag en uiteindelijk juist dichtere grond (verslemping). In dit zuurstofarmere klimaat ontstaan ziekteverwekkers makkelijker. Kortom: je denkt lucht te brengen, maar je bereikt het tegenovergestelde. Een “levende” bodem zorgt namelijk voor een duurzamer gangenstelsel, waardoor planten diep kunnen wortelen. Veel meer argumenten heb ik toch niet nodig?

» Groenbemesting
Weer zo’n term met enige geheimzinnigheid. Omdat we de meeste gewassen die als groenbemesting worden gebruikt niet eten, komen we deze in het dagelijks leven dan ook niet tegen. Daarnaast is het gebruik van groenbemesters van oudsher een dingetje van de akkerbouwer (de boer dus) en niet van de tuinder.
Ik zie echter al jarenlang een toenemende belangstelling voor de teelt bij hobbyisten. Wat doet een groenbemesting, wat zijn de voordelen? Laat ik eerst mijn eigen term mogen introduceren: bemestingsplanten. Dat dekt de lading veel beter en is taalkundig juister… Enkele werkingen en voordelen op een rij:
Als je na de oogst geen teelt meer wilt beginnen is het beter voor het bodemleven om de grond “bedekt” te houden en dat kan heel goed met bemestingsplanten.
Deze planten leveren na enkele maanden groei of na de winter een flinke impuls voor de composthoop. Afgemaaide planten als mulch laten liggen mag ook.
Gezaaid in de herfst houden de vorstbestendige soorten de nog aanwezige mineralen in zich op als voeding, die na het maaien of afsterven weer vrijkomen. Anders zouden deze mineralen in de winter deels uitspoelen.
Door de beworteling van deze planten verbetert de structuur van de grond, wordt overmatig vocht sneller verwerkt en waait bij droge winters de humuslaag niet weg.
Sommige bemestingsplanten hebben een nevenwerking tegen teveel ziekmakende aaltjes in de grond.
Vlinderbloemige bemestingsplanten zoals Lupinen en Klavers binden stikstof in de lucht in knolletjes aan de wortel, met dank aan de bacteriën van het geslacht Rhizobium… Deze stikstof is ter beschikking van de plant voor een volgende teelt als je de bemestingsplanten afmaait.
Door begroeiing van een door jou gepland gewas zullen niet-geplande planten (zwartgallig “onkruid” genoemd) minder kansen krijgen.

» Uitbundige groei in bloembakken
Wat is de ideale grond voor bloembakken en verhoogde plantenbedden? Ik heb vrij veel ervaring met de teelt in bloembakken en heb de beste resultaten met goede, liefst biologische potgrond. Biologische Tuinaarde evenaart potgrond bijna en mag dus ook. Eventueel kan wat zand en klei worden bijgemengd, maar dat is niet nodig. Houd ook deze grond zoveel mogelijk bedekt met mulch of split tegen uitdroging van het oppervlakte. Jaarlijks breng ik een dunne laag verse potgrond aan en strooi ik ruim met organische mest. Wormenmest en Zwamaarde bevallen me heel goed. Halverwege het jaar herhaal ik deze toevoegingen, je zou eens naar mijn bloembakken moeten kijken: een jaarlijkse lust voor het oog! Hoewel mieren in de grond vaak luizen op de planten brengen hebben ze samen met pissebedden wel een gunstige invloed op de luchtigheid in je bakken. Je kan natuurlijk ook wat wormen vangen en hopen dat ze zich settelen. Nog even een watertip: geef je bloembakken over het hele oppervlakte water en niet alleen dicht bij de plant. Tekort aan water is de grootste oorzaak van het mislukken van containerteelten. Uiteraard zorg je voor een goede afwatering…

Met dank aan: